Laatst geüpdatet: woensdag 5 februari 2025
Zure matten, spekjes, wafels; in het Limburgse Veulen – dicht bij Venray – slaat Nijsen company de vele onverkochte producten op en verwerkt ze tot vee- en mengvoer. We maken een ronde door de enorme hallen en zien hoe het bedrijf winegums, mueslibars en stroopwafels via ingenieuze productiemethodes omzet tot eenvormige korrels. Nijsen gebruikt zelf de pay-off: Food for Feed for Food – de circulaire economie komt hier daadwerkelijk tot leven. Jaarlijks brengt Nijsen ruim 100.000 ton levensmiddelen terug in de voedselkringloop als hoogwaardige diervoeding. We schuiven aan bij directeur John Geurts voor een gesprek over circulair ondernemen in de praktijk.
Dag John. Wat een indrukwekkend terrein hebben jullie. Hoe is dat zo gekomen?
“Ja, ongelofelijk he? Nijsen company is een familiebedrijf uit 1938. We zijn begonnen als dier- en mengvoederbedrijf. Dat betekende dat we tarwe en granen omzetten naar voeding voor koeien, varkens, kippen en geiten. Zo’n 35 jaar geleden kwam een buitendienstmedewerker met een zak bladerdeeg aanzetten van een bevriende bakker. Die hield grote volumes over en vroeg of wij er wat mee konden. We waren niet direct enthousiast. Ja, het was voedzaam, maar de structuur onhandig. Onze directeur Pierre Nijsen zag echter ook een kans om zich te onderscheiden in een tijd dat langzaam duidelijk werd dat de markt zo niet houdbaar was. Het is Pierre te prijzen dat hij dat inzag.”
Als je nu naar Nijsen kijkt zie je dat ‘ie gelijk heeft gehad.
“Zeker. Anders kijken met een bedrijfseconomische bril zit in ons dna. We kregen geld om het bladerdeeg in palletboxen op te halen. We schaften een betonmolen aan en al experimenterend vonden we een manier om alles te hergebruiken. Zelfs het water waarmee we de palletboxen schoonmaakten gebruikten we opnieuw, voor broodmelange. Stap voor stap werden we bekender en kwamen aanbieders van andere reststromen op ons af. Vandaag de dag verwerken we zo’n 2.300 verschillende producten. Van deeg en winegums tot vlaaien, tortilla en chocola. Er liggen hier pallets vol zure matten die het winkelschap niet halen of met een productiefout. Wij halen de voedingsstoffen eruit voor voer.”
Nu heet jij Geurts en geen Nijsen. Hoe ben je in dit familiebedrijf terechtgekomen?
“Ik ben opgeleid tot bedrijfseconoom. In 2013 kwam ik vanuit een internationale klus binnen als directeur op interimbasis. Ik zou maar een paar maanden blijven. Al snel kwam ik erachter dat de uitdaging veel groter was dan ik oorspronkelijk dacht. De wind waaide onze kant op en het voelde alsof we daar meer uit konden halen. De samenwerking beviel daarbij zo dat ik als directeur ben gebleven. Ik word nog steeds warm van de combinatie tussen bedrijfseconomie en duurzaam impact maken. Als je op deze leeftijd iets goeds kunt doen voor de wereld dan vind ik het zonde als je dat niet doet.”
Hoe ziet de markt voor diervoeding er nu uit? Ik kan me voorstellen dat het een dynamische tijd is?
“Jazeker. In de landbouw komen natuurlijk uitkoopregelingen. Dit betekent zo’n tien tot dertig procent minder vraag. Het maakt onze positionering nog crucialer. We denken ook aan het bereiken van andere doelgroepen. We dragen bij aan de circulaire economie en zijn het diervoederbedrijf met de laagste CO2-uitstoot. Overigens denk ik wel dat de hele sector én keten die kant op moet. Maar dan moeten we het wel met zijn allen doen. Op dit moment zijn we in deze sector en de voedselketen allemaal koning potloodpunt. Iedereen is superefficiënt op zijn kleine gebied. We moeten alleen geen punten zetten maar een streep trekken. Ons laten drijven door waardes (effectiviteit) en niet alleen door efficiency.”
"We moeten ons laten drijven door waardes (effectiviteit) en niet alleen door efficiency.”"
John Geurts, Nijsen Company
Nijsen drijft natuurlijk op het feit dat er zo veel afval en reststromen zijn. Hoe kan dat?
“Er wordt veel geproduceerd. Heel veel. Per dag verwerken wij vier- tot vijfhonderdduizend kilo restproducten. Brood is een van de grootste verspillers, omdat het altijd dagvers moet zijn. Maar het is wel een van de eenvoudigste producten om te recyclen. Wat ons uniek maakt is dat we alle producten omzetten in een kwalitatief eindproduct. Of het nu gaat over pizzabodems, taart, deeg, zoetwaren of rijstwafels. Het is niet dat wij hopen dat dit zo blijft; we zijn allemaal onderdeel van een systeem waarin we nog te weinig denken vanuit circulariteit. Maar we zien wel dat veel bedrijven zich nog te veel laten leiden door geld. Als je je richt op de activiteiten boven in plaats van onder de streep, komt die transitie ook echt wel op gang.”
Keer op keer blijkt dat die circulaire economie toch niet van de grond komt. Wat is het grootste obstakel denk jij?
“Dat zijn we zelf. En daar bedoel ik mee: de mens. Je kunt zelf besluiten van kosten- naar waardedenken te gaan. Je moet je zelfs afvragen waarom je het nog niet hebt gedaan, want het hoeft helemaal niet duur te zijn. Je kunt zelf pionieren en een positie verwerven in de markt. Zodra je ziet dat de marges niet kleiner worden, maar anders verdeeld. Dan ga je het zien. En vergeet niet: waardedenken is goed, maar het moet wel geld opleveren.”
"Het grootste obstakel voor de circulaire economie? Dat zijn we zelf, als mens."
John Geurts, Nijsen Company
Waar ben je het meest trots op?
“Dat we als relatief kleine speler, hier werken zo’n 125 enthousiaste mensen, voorop kunnen lopen in de sector. Mensen vinden het geweldig om hier te werken. Onze duurzame instelling trekt echt nieuwe mensen aan. Onze buren zijn Kipster, een innovatief pluimveebedrijf dat zich richt op duurzame en diervriendelijke productie van eieren. Die openden op een gegeven moment een tweede stal in Beuningen. De minister was daar, de directie van Lidl. Toen voelde ik dat we momentum hadden en dat circulair geen eendagsvlieg is. O, ik vergeet helemaal te vertellen dat we een strategische samenwerking met Kipster en Global Food Group hebben. Wij maken samen met Global het voer voor Kipster. En nemen de eierschalen weer af voor nieuw voer. Daarnaast bewerken we de markt samen. Ik geloof heel sterk in samenwerkingen.”
Hoe ziet jullie toekomst eruit?
“Allereerst willen we zelf het meest duurzame veevoer ter wereld uit deze poort laten komen. Daarnaast wil ik onze kennis in de markt breder inzetten. Er komen al best veel partijen bij ons kijken. Als we die circulaire economie voor elkaar willen boksen moeten we het samen doen, daar helpen wij bij graag bij. Mits het wederzijds win-win is.”
Heb je er vertrouwen in dat die we de economie ondanks de vertraging alsnog circulair gaan krijgen?
“In de economie heb je de drie wetten van Dornbusch. Dat wat onhoudbaar is, stopt uiteindelijk. Dat wat moet gebeuren gebeurt altijd later dan je denkt. En als het gebeurt is het heftiger dan je denkt. Dat geldt ook voor de circulaire economie. Dus ja, het komt wel goed maar alleen later dan we intrinsiek wilden.”
Speelt de politiek ook nog een rol of geloof je dat bedrijven het zelf moeten doen?
“Heel cru gezegd is duurzaamheid op dit moment vooral wetgeving. De CSRD en CSDDD, de Europese stikstof- en waterbeheerwetten zijn goed, ze brengen bedrijven in beweging. Ze zorgen er bovendien voor dat duurzaam ondernemen niet meer alleen draait om intrinsieke motivatie. De historie heeft inmiddels wel uitgewezen dat dat niet werkt. Nee, het moet zakelijk iets gaan opleveren. De overheid heeft als taak om dit te stimuleren. Ik geloof er heilig in dat als je geld hangt aan CO2-reductie dat daar een markt voor is. Dat een boer kan zeggen: ik verdien acht euro doordat ik mijn varken circulair voer, liefst met Nijsen-voeders natuurlijk.”
Hoe helpt het partnerschap met MVO Nederland je?
“Het voelt goed om medestanders in het netwerk te hebben. Bij MVO Nederland krijg ik altijd het gevoel dat duurzaamheid veel meer leeft dan in de voedselsector. Ik haal ook kansen uit het netwerk. Logisch ook, als je weet dat innovatie vaak begint met reststromen. Overigens ben ik blij dat jullie onze belangen behartigen in de politiek. Onze sector wordt steeds kleiner, maar via MVO Nederland blijft Nijsen hoorbaar.”
Welke tip zou je andere bedrijven willen geven?
“75 procent van de mensen heeft de blik op het verleden gericht. De 25 procent die wel naar de toekomst kijkt, daar gaat het om. Dus: kijk vooruit! Niet allen erover nadenken maar voordenken. Waar gaat de wereld heen? Wat zie je gebeuren? En vergeet andere sectoren en vakgebieden niet. Mijn vrouw schildert graag. Ik vraag regelmatig wat zij ziet, hoe zij kijkt naar een tafereel. Ik haal stagiaires binnen met creatieve topopleidingen. Ik werk nauw samen met creatieve marketeers. Ik laat me informeren over digitale ontwikkelingen. Het helpt allemaal om breed geïnteresseerd en nieuwsgierig te blijven. Maar let op: vorm niet te snel een mening. Dat laatste is tegenwoordig moeilijk. Waar een mening begint stopt de waarneming. Kijk!”
“Ik zag direct dat circulair ons focuspunt is. Daar zijn we gewoon heel actief in. Wat me in de check opviel is dat we op inclusief ondernemen laag scoren. Dat is ook lastig voor ons als bedrijf in een mannenwereld. En dan zitten we ook nog in een buitengebied. We zijn wel met de gemeente in gesprek om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan te bieden. Ook op groene energie kunnen we nog meer doen en zijn we dat ook van plan. De procedures lopen.”
Dit interview is onderdeel van een serie rondom de lancering van de Nieuwe Economie Index 2025 (NEx), het jaarlijkse onderzoek van MVO Nederland dat in een cijfer aangeeft hoe duurzaam de Nederlandse economie is. Op alle thema’s van deze index spraken we een inspirerende partner uit ons netwerk. Hoe zijn ze zo ver gekomen en wat kunnen anderen daarvan leren?
Patty Zuidhoek (Triodos Bank): “Rijkdom gaat niet over euro’s maar over impact”
Pal naast station Driebergen-Zeist staat het kantoor van Triodos Bank. We hebben binnen afgesproken met Patty Zuidhoek, directeur zakelijke relaties bij Triodos Bank. “Echte nieuwe rijkdom gaat niet over de hoogste rente maar over wat er met je spaargeld gebeurt.”
Marloes Venema (Fabienne Chapot): “Het besef is er wel dat we het samen moeten oplossen”
In een prachtig pand aan de Herengracht huist het Amsterdamse modemerk Fabienne Chapot, opgericht in 2006 door Fabienne Chapot zelf. Het merk staat bekend om zijn in-house ontworpen prints, rijke kleuren en vrouwelijke silhouetten. En uiteraard om de focus die het legt op duurzaamheid en transparantie in de keten. We nemen de statige trap naar boven en gaan zitten met Marloes Venema, Product Director bij Fabienne Chapot.
Gerard de Leede (Solarge): “De grote uitdaging voor de energietransitie ligt bij investeerders”
Zonnepanelen. Voor veel mensen misschien wel de meest zichtbare kant van de energietransitie, maar ook met negatieve connotatie. Gerard de Leede (Solarge) zag een kans en vertelt.
Een belangrijke stap in het toekomstbestendig maken van jouw bedrijf is je aansluiten bij MVO Nederland. Ben je werkzaam bij mkb of grootbedrijf? En wil je samen met andere bedrijven werken aan de nieuwe economie? Word dan partner.